Laden. Een ogenblik geduld.
Henk Blansjaar
Henk Blansjaar.
Spaarnestad Photo beheert de rechten en ontsluit het werk van Henk Blansjaar.
Het fysieke archief is in beheer bij het Nationaal Archief in Den Haag.
Van kachelstoker tot vakfotograaf
Het werk van Spaarnestad-fotograaf Henk Blansjaar werd in de jaren ‘50 en ‘60 van de 20e eeuw wekelijks door honderdduizenden Nederlanders gezien die geabonneerd waren op bladen als Panorama, Katholieke Illustratie, Libelle, Beatrijs en Rosita.
Henk Blansjaar (1910-1981) was een vakfotograaf in hart en nieren. Wanneer hij zijn vinger op de ontspanknop van de camera drukte, was dat zelden een spontane actie. Altijd was er eerst de opdracht die hij in zijn hoofd tot beeld omvormde en vervolgens als een regisseur uitvoerde. Blansjaar probeerde bij elke foto het perfecte beeld te creëren en hij deed er alles aan om dit te bereiken. Met de voorstelling, de compositie, het licht, de kleur en het kader precies uitgedacht, wist hij elke foto-opdracht te transformeren tot een beeld dat aan alle kanten moest kloppen. Uit zijn werk spreekt of het nu geregisseerd is of als nieuwsfoto is gemaakt vrijwel altijd een verhaal, karakter of emotie.
Henk Blansjaar kwam al vroeg in zijn leven in aanraking met de fotografie. Op zijn twaalfde werd hij aangenomen bij film- en fotopersbureau Polygoon in Haarlem. In het begin werkte hij als manusje van alles en stookte hij in het bedrijf de kachels. Hij pikte dingen rap op en stortte zich in de wereld van de fotografie. Naast fotoklussen voor Polygoon, werkte hij tussen 1926 en 1930 op verschillende plekken. Het werkterrein van de vakfotograaf bood in het begin en midden van de twintigste eeuw veel vrijheid. Om een beroepsopleiding werd niet gevraagd en wanneer er technisch materiaal voorhanden was, kreeg iedereen in principe de mogelijkheid om in opdracht te fotograferen. Er is hierdoor nauwelijks een chronologisch verloop aan te wijzen is in de ontwikkeling van Blansjaar als kachelstoker tot een ware persfotograaf. Het vak van de fotografie heeft Blansjaar hoogstwaarschijnlijk ‘spelenderwijs’ geleerd bij Polygoon van oudere collega’s en kleine opdrachten in het begin. In 1935 trad hij in het huwelijk met Hella Bérard (1913 - 1970) en zij kregen twee kinderen. Een vast inkomen was nodig, wat lastig was in de crisistijd, maar hij wist in 1935 in Deventer een vaste baan te vinden. Hij werd aangenomen bij de firma Hakeboom, destijds dé fotozaak van Deventer. Daar kreeg hij particuliere opdrachten, zoals het maken van bruidsportretten. Firma Hakeboom leverde ook persfoto’s en Blansjaar heeft daardoor naast het reguliere werk ook gewerkt als persfotograaf. Gedurende de Tweede Wereldoorlog gingen Blansjaars diverse werkzaamheden bij Hakeboom gewoon door, aangevuld met vooral pasfoto-opdrachten die nodig waren wegens de verplichte persoonsbewijzen. In 1945 is hij met zijn gezin terug naar Haarlem verhuisd en vrijwel meteen in dienst getreden als fotograaf algemene dienst bij De Spaarnestad.
Vooraanstaand Spaarnestad-fotograaf
Bij Uitgeverij De Spaarnestad werd na de Bevrijding met man en macht hard gewerkt om de vier belangrijkste tijdschriften: Panorama, Libelle, Katholieke Illustratie en Beatrijs weer tot bloei te brengen. In de laatste oorlogsjaren was de publicatie van de publiekstijdschriften stil komen te liggen als gevolg van Duitse maatregelen en papier- en energieschaarste. Ook de fotografie-afdeling moest voor een belangrijk deel weer opgebouwd worden en Henk Blansjaar wist zich al snel tot een van de vooraanstaande eigen fotografen te ontwikkelen binnen het bedrijf. In de jaren ‘50 behoorde hij tot de topfotografen van Panorama, de gouden jaren van de geïllustreerde familietijdschriften. Hij zag zichzelf niet als artiest of kunstenaar, maar in de eerste plaats als een vakfotograaf met een flinke dosis talent. Hij fotografeerde niet zozeer vanuit een innerlijk idee, maar eigenlijk altijd naar een vooraf vastgestelde opdracht en alleen voor de zaak, waardoor ‘vrij’ werk van zijn hand ontbreekt. Blansjaar liet zich wel inspireren door collega-fotografen maar was tegelijkertijd niet eigenlijk niet geïnteresseerd in beeldende kunst. Een collega die hij bewonderde was freelance fotograaf Sem Presser.
Dat Blansjaar zijn camera ook onder moeilijke omstandigheden te midden van wereldnieuws wist te hanteren, blijkt uit zijn foto gemaakt tijdens de Watersnoodramp van februari 1953 in Nederland, waarmee hij in 1953 de Zilveren Camera voor de beste persfoto van het jaar won. De prijs is hoogtepunt in zijn carrière te noemen, opvallend genoeg in het oeuvre van Blansjaar een dus níet door hem geregisseerde nieuwsfoto. De winnende rampfoto is een close-up van een huilend zoontje in de armen van zijn moeder en werd destijds geroemd vanwege de sobere verbeelding van de ramp en gebrek aan sensatiezucht. Vrijwel direct trok de foto door Blansjaar de aandacht van de pers en is het beeld wereldwijd verspreid. De opname is in 1953 in Nederland gepubliceerd in Panorama en verder niet getoond in andere Nederlandse dagbladen en tijdschriften, maar wel in vele buitenlandse kranten en andere publicaties.
Blansjaar de regisseur
In de jaren ’50 en ’60 maakte Blansjaar reportages in binnen- en buitenland, ook voor oa. Duitstalige uitgaven van De Spaarnestad. In 1962 werd een door hem gemaakte foto van prinses Marijke tentoongesteld als onderdeel van de World Press tentoonstelling in het Gemeentemuseum in Den- Haag. Henk Blansjaar genoot ondanks de opdrachten die hij voor de redacties van de geïllustreerde tijdschriften moest uitvoeren veel vrijheid in zijn werk. Hierdoor was hij in staat om bijvoorbeeld een langlopende serie te maken die op een illustratieve manier Nederlandse voetbalelftallen in beeld bracht. Als hij vond dat daarbij een kameel nodig was, dan wist hij dat te regelen. Reportages van zijn hand werden ook wel in de tijdschriften gepresenteerd als ‘picture story’, hierbij vormen de beelden de hoofdmoot ten opzichte van een kort tekstgedeelte.
Uitgeverij De Spaarnestad was hiërarchisch ingedeeld. De hoofdredacteuren bepaalden de inhoud, daarna kwamen de schrijvende journalisten en tenslotte pas de fotografen. De positie van de fotograaf was in de meeste gevallen de toegevoegde waarde aan die van de journalist. De tv was nog geen gemeengoed en het geïllustreerde tijdschrift vormde het venster op de wereld. Blansjaar bleek in zijn werk van veel markten thuis. Blijkbaar waren de mogelijkheden bij de productie van de bladen in de gouden jaren ’50 van de publiekstijdschriften zo groot dat hij daarmee als regisseur om het juiste illustratieve beeld voor de lens te kunnen creëren de middelen daartoe wist te krijgen.
Bij de bladen met een grote oplage en frequentie, zoals het weekblad Panorama, was de bemoeienis van de hoofdredacteur minder groot dan bij de kleinere bladen die de uitgeverij uitgaf. Blansjaar kreeg de meeste opdrachten voor de Panorama, het paradepaardje van de uitgeverij. De buitendienst kreeg in vergelijking met de atelierfotografen in dienst van De Spaarnestad, over het algemeen ook minder bemoeienis van de redactie. De fotografen waren dikwijls alleen op stap of in gezelschap van een journalist en konden zo een eigen interpretatie geven.
Als fotograaf was Blansjaar geïnteresseerd in nieuwe materialen en camera’s en hij hield technologische ontwikkelingen bij. Rond 1950 werkte hij, net als de meesten van zijn Spaarnestad-collega’s met een Speed Graphic. Tien jaar later fotografeerde hij met een Hasselblad camera waarmee ook in kleur gewerkt kon worden. Voor privégebruik bezat hij een Rolleiflex camera, waarmee hij eigenlijk voornamelijk familiekiekjes maakte.
Blansjaar bezat een sterke persoonlijkheid en liet zich niet gauw bepraten en kreeg dikwijls precies gedaan wat hij wilde. Blansjaar zag bijzondere situaties en momentopnames en was in staat het juiste moment te pakken, maar hield er daarnaast vooral van situaties te ensceneren en regisseren. Hij bezat een riante positie bij Uitgeverij De Spaarnestad. Vanaf de jaren zestig werd zijn naam dikwijls geplaatst bij een reportage, iets wat tot dan toe bij De Spaarnestad voor de eigen fotografen zeer ongebruikelijk was. Hij kreeg de beste opdrachten, een goed salaris, camera’s en materiaal van de zaak. De opdrachten verschilden van onder andere actualiteiten en sport tot portretten. Blansjaar regisseerde zijn foto’s ook in de donkere kamer. Om het juiste contrast te krijgen dat hij voor ogen had, drukte hij de foto’s vaak wat zwarter af. Het ontwikkelen van foto´s deed Blansjaar altijd zelf..
Zijn bewaarde weekagenda’s vol met afspraken voor foto-opnamen door heel het land laten zien hoe hectisch het werk voor een fotograaf in dienst van een uitgeverij eigenlijk was. Er dienden per slot van rekening elke week tijdschriften van voor het publiek aantrekkelijke foto’s te worden voorzien. Het sjouwen met de zware apparatuur begon geleidelijk zijn tol te eisen. Met de fusie van De Spaarnestad en concurrent de Geïllustreerde Pers tot VNU (Verenigde Nederlandse Uitgeversbedrijven) in 1965, begon er binnen het bedrijf een andere wind te waaien ten aanzien van de eigen fotografen, hun werk en de tot dan toe traditionele familietijdschriften. Een jonge generatie van met name freelancers stond klaar om de tijdschriften van foto’s te voorzien die een duidelijk ander karakter hadden en die aansloten bij de veranderende tijdgeest bij het publiek in de tweede helft van de jaren ’60 waarnaar de redacties van de bladen zich gingen richten.
Dat is ook een van de redenen dat In 1967 Blansjaar moest overstappen van de Panorama naar het blad Vrije Tijd, een extra bijlage van dagblad De Tijd, een Spaarnestad uitgave. Blansjaar kreeg hier weliswaar de positie van de eerste fulltime fotograaf, maar hij raakte daarmee wel zijn vrijheid als fotograaf in de buitendienst kwijt. Bij VT stopte zijn carrière als reportagefotograaf en werkte hij vooral als studiofotograaf.
Bij zijn 25-jarig jubileum in 1970 kon Blansjaar met pensioen gaan. Als gepensioneerd fotograaf moest hij zijn camera inleveren bij de redactie van De Spaarnestad. Hierna heeft hij zelden de camera nog aangeraakt. Het beroep van de persfotograaf was een slopend vak voor hem geweest. Henk Blansjaar is op 71 jarige leeftijd overleden op 28 juli 1981 te Den Haag.
Blansjaars fotografie paste in het beeld van de Nederlandse bevolking in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Zijn werk verbeeldde in moderne fotografie huiselijke taferelen, beroepen, bekende personen, sport, nieuws, etc. Met zijn inventieve en geënsceneerde werkwijze heeft hij bijzondere en dikwijls ook humoristische platen geschoten die ons ook nu weer aanspreken. Blansjaar wist foto’s te maken die naadloos pasten in het beleid van Uitgeverij De Spaarnestad tot halverwege de jaren ‘60. Zijn specialisme lag bij het ensceneren en regisseren van situaties om zo de perfecte plaat te schieten. Hij nam als het ware de fotostudio, het atelier mee op locatie en schiep hiermee zijn eigen schouwspel. De beelden van Blansjaar zijn zelden spontaan genomen en doorgaans gestileerd en gecomponeerd.
Hij was een autodidact die, net als vele andere fotografen van zijn generatie, door hard werken en talent zichzelf binnen de wereld van de persfotografie heeft bewezen.
Uitgeverij De Spaarnestad heeft bij de verhuizing van het bedrijf in Haarlem naar nieuwbouw begin jaren ’70 nagenoeg alle negatieven van Henk Blansjaar en de andere Spaarnestad-fotografen afgestoten. De beelden die bewaard zijn komen uit de onderwerpenrubrieken met afdrukken en dia’s uit de Collectie Spaarnestad bij het Nationaal Archief in Den Haag. Hierin bevindt zich naar alle waarschijnlijkheid nog meer werk van Blansjaar, verdere digitalisering zou dit aan het licht kunnen brengen. 1000 foto’s toont een selectie van het tot nu toe gedigitaliseerde materiaal.
Deze cookietekst kan aangepast worden in het beheergedeelte. Voor het goed functioneren van deze website zijn alleen functionele cookies nodig. Er worden geen tracking cookies gebruikt.
Een ogenblik geduld alsjeblieft, je zipbestand wordt nu aangemaakt.
Je beelden worden klaargezet. Je ontvangt een e-mail met een link waarmee je het zip-bestand kunt downloaden. Dit proces kan een paar minuten in beslag nemen.
Er is een fout opgetreden. Je zip-bestand kon niet worden gegenereerd.